Wednesday, October 12, 2005

 

al een week niet voetjes van de vloer

Het is alweer een week geleden, dat ik van de olielampjes in Bangassou genoot. Intussen heeft Peer me meegenomen op nog wat nostalgische tripjes. Zo hebben we bijvoorbeeld de zusters van Mobaye – althans hun hoofdkantoor in Bangui – bezocht. Heel gezellig, twee kwetterende zusters, die honderduit vertellen over hun belevenissen de afgelopen honderd jaar. En er is in die tijd héél wat gebeurd. Ze wonen hier vlak bij kilometer ‘douze’ en dat is een militair checkpoint. Eigenlijk durfden we niet te gaan, want op dit punt gebeurt er vaak rottigheid. Ze zeggen dan, dat de militairen ‘méchant’ zijn. Ik heb op school geleerd, dat je dat woord voor kinderen gebruikt (stout), maar het kan kennelijk ook zo. Maar goed, de zusters hebben ons bij km12 opgehaald en alles ging goed.
Ze hebben hier weer een school gemaakt en er zitten iets van 1000 leerlingen op de lagere school. Het kost ze 30000 CFA voor een jaar. Dat is ongeveer een maandsalaris, dus dat is nog wel te doen. Ze hebben hier bij de laatste ‘mutinery’ ook nogal onder vuur gelegen. Ze vertellen erover alsof het een grapje is (en geláchen dat we hebben), maar wát ze vertellen doet je de haren te berge rijzen. Misschien word ik ook katholiek.
Het eten komt uit eigen tuin. Het begint met salade en brood. Ik denk eindelijk eens een lichte lunch te krijgen, maar dan blijkt de ene na de andere gang op tafel te komen. En dan realiseer ik me hoe de fout ontstaan is. Ik zit bovenwinds van de keuken. Normaal komen de geuren je tegemoet en je houd je wat in, zeker bij de eerste gangen. Kortom, ik heb me hier werkelijk te barsten gegeten.
Zondag ben ik hier eens naar de mis gegaan. Tanneguy, de baas hier in huis, is de priester. Het is aardig om te zien hoe deze man, die in het dagelijks leven regelmatig zijn hart lucht op een manier die een Rotterdamse bootwerker niet zou misstaan (omdat er iets tegenzit ,hij is ook maar gewoon een mens), heel natuurlijk in zijn priesterrol glijdt en dat er dan – op dat moment – ook echt ‘een man van God’ staat. Misschien deed ik het wel om mijn verdriet een plaats te geven, want eerst heb ik Peer op het vliegtuig naar huis gezet en dat maakte de pijn van het afscheid van twee weken terug weer helemaal los.
Daarna ben ik met zuster Noella een eindje gaan toeren. Ze is iets van 85 denk ik, en ze rijdt nog prima auto. Het gaat wel een beetje wijfelend, wat haar bij een rotonde onmiddellijk op een luid fluitende politie agente kwam te staan. Die kon er echter naar blijven fluiten, want soeur Noella is een beetje hardhorend en ik heb ook maar even omstandig de andere kant uitgekeken. De linker achterruit was kapot en ze vertelde dat ze afgelopen vrijdag een steen door de ruit had gehad, terwijl ze door de stad reed. Daar moet ik dan toch wel aan wennen hoor. Ik zou me rotschrikken en als je zo’n steen op je kop krijgt, dan vertel je het gewoon niet na. Het glas lag nog overal. Onze Corolla, heeft ook zo’n deuk in de dakgoot. Helmut zat er op dat moment met vier anderen in. Dat was ook boffen, want als ie door de ruit was gegaan, had altijd iemand hem op schoot gekregen.
Maandag heb ik vele spijkers met koppen geslagen. Op regelgebied.
En ik heb mijn eerste aanhouding achter de rug! Ik reed – nadat ik bij de bank een check had ingeleverd – door om een kopie van mijn paspoort bij het gemeentehuis te valideren. Ik reed echter te ver en ik stond voor een afgesloten poort met een militair ervoor. Ik heb nauwelijks gekeken. Ik zag wel dat ik tever was doorgeschoten en ik maakte dus een draai om te keren. Dat ging natuurlijk niet ineens (ik denk dan met weemoed aan mijn Volvo, die je om je pink windt) en tijdens het steken kwam er een militair naar mij toerennen. Of ie mijn rijbewijs mocht zien? Natuurlijk. Als mededeling kwam er nog hijgend achteraan : ‘dit is het presidentieel paleis hoor’. Gunst.
Ik moest mijn auto op het parkeerterrein van het gemeentehuis parkeren. Intussen waren er meer militairen en een opgewonden baasje in burger bijgekomen. Het opgewonden baasje nam de leiding en meldde op dreigende toon dat dit het presidentieel paleis was. Helaas, het kon mij niet opwinden. Toen wees hij op mijn internationaal rijbewijs en zei hoopvol dat hij daarin toch geen rijbewijs herkende. Nu kan ik me daar iets bij voorstellen, ik vind het ook een waardeloos vod, wat voor buitenlanders onleesbaar en onherkenbaar is. Maar ik kon hem ervan overtuigen dat dit een Nederlands Internationaal Rijbewijs Was.
Hij verzocht nu ook om mijn paspoort. Nadat hij eraan had gesnuffeld en ook hier niets verdachts aan bespeurd had, meldde hij bars dat ik wél beleefd moest blijven, want dat ik wél één of andere hotemetoot tegenover me had. Helaas kan ik niet zeggen wat, want dat kon ik weer niet volgen. Hij wees me nog eens links en rechts. Daar was aan beide zijden een slagboom te zien. Nooit en nooit mocht ik het meer wagen om hier te komen.
Nou goed.
Het viel me alles mee. En ik had me er zó zenuwachtig voor gemaakt. Nou ja, dat het de eerste keer goed gaat wil natuurlijk niet zeggen dat het de tweede keer ook goed gaat.
Op enig moment wilde hij weten wat ik eigenlijk deed en toen heb ik hem verteld dat ik voor de missie werkte. Volgens mij was dat de trigger, die hem deed ontdooien. Waarschijnlijk zitten zijn eigen kinderen op een door de katholieken gestichte school. De gewone, door de staat gefinancierde school schijnt nogal tegen te vallen. En op de moslim school (ja, die heb je hier ook), leer je alleen de Koran uit je hoofd en daar ga je – later als je groot bent – niet veel geld mee kunnen verdienen.
Overigens valt het me op, dat hier vaak op aggressieve toon tegen elkaar gesproken wordt. Tanneguy zegt, dat er op die manier ook tegen kleine kinderen wordt opgetreden. Onbegrijpelijk, maar wel begrijpelijk, dat je dat dan ook zelf doet als je wat groter bent.
Nu krijg ik morgen waarschijnlijk een tijdelijk vliegbewijs, want de meneer met de tampon zit nog steeds in Frankrijk te feesten. En dat is dan wel weer heel soepel, vind ik.
Pere Félix zegt, dat er veel vooroordelen over aggressie bij de Europese mensen leven. Zo was er een pater, die jaren in Bangui heeft gewoond en die km5 echt heel onveilig vond. Maar hij is er zelf nooit geweest. De halve familie van Pere Félix woont daar en heeft nooit ergens last van. Nou ja ... Binnenkort loop ik met hem mee. Dan wordt ik in km5 rondgeleid en dan kan ik het zelf beoordelen.
Vanmorgen zou ik mijn vliegbewijs ophalen en dan meteen op en neer naar Bangassou. Helaas was er twee uur vertraging, maar ja. Nu heb ik het dan toch echt en morgen ga ik er plezier aan beleven.

Comments: Post a Comment



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?