Sunday, May 25, 2008

 

Mario, Bas en nu: John de Bruijn

Sinds het begin van dit jaar hebben we in Bangui een nieuwe man op de bok zitten. John de Bruijn heeft de knuppel overgenomen van Bas Hellings. John (55) bestiert een belastingadvieskantoor in Nederland, maar de kinderen zijn de deur uit, en hij besloot dat er meer te doen is voor de wereld dan blauwe enveloppen afhandelen. En toen viel er een emailtje van PZG in de bus… De voormalige militaire vlieger met 4000 uur ervaring op zak besprak de zaak met echtgenote Marie-José, en kort daarop stapte John in het vliegtuig naar Bangui, met een half jaar junglevliegen in het vooruitzicht.

“Na twee maanden begin ik zo langzamerhand een beetje door te krijgen hoe de Orde van de Spiritijnen werkt. Als je ziet hoe de Kerk hier hulp verleent, kun je slechts roepen: Chapeau! Goed opgeleide, goed gemotiveerde en goed georganiseerde mensen die deel uitmaken van een organisatie die diep in de maatschappij van de Centraal Afrikaanse Republiek is geworteld en die een uiterst betrouwbare reputatie heeft. Die reputatie verleent ook veiligheid: je gaat niet schieten op mensen van wie je vroeger les hebt gehad en die alleen maar het beste met jou en je volk voor hebben.”

“De AMBB-Cessna vervult veel belangrijke taken. Naast het personenvervoer maakt hij deel uit van de infrastructuur; alleen in de hoofdstad is een bank, en de posterijen liggen al jaren op hun gat. Geld, liefst grote hoeveelheden, en post geef je dus aan de piloot mee, want Aviation Missionaire Bambari Bangassou is een van de weinige betrouwbare instellingen, en kennelijk straalt die betrouwbaarheid af op de piloot. Vervoer door de lucht is ook betrouwbaar, want daar vinden geen overvallen plaats.”

“Zo’n vliegtuig is een hele belevenis, en je wordt dan ook altijd enthousiast ontvangen. Vooral als je ook weer direct verder gaat is het een drukte van belang: passagiers eruit, bagage eruit, nieuwe bagage en passagiers erin, en o ja, monsieur Pilote, kunt u deze enveloppe daar en daar afgeven? En wilt u dit pakje met bloedmonsters even afgeven bij het instituut Louis Pasteur om ze op SIDA te laten testen, de Franse term voor AIDS. En wilt u dit pakje met geld aan die en die afgeven? Eenmaal weer terug in Bangui is natuurlijk het eerste dat je doet het bloed inleveren bij het Institut Pasteur. En passant krijg je dan de enveloppen met uitslagen mee van eerder uitgevoerde onderzoeken. Zo word je ook weer de brenger van vaak niet zo fijne boodschappen.”

“Ik ben ook al uitgenodigd door de zusters, nu van Franse afkomst, om te komen eten, en drie dagen geleden was ik ook al wezen eten bij de zusters die het schooltje bestieren waarvoor mijn vrouw Marie-José als vastenaktie een project heeft opgestart.”
“Een van de typisch Afrikaanse oplossingen voor Westerse problemen was die van het koeltransport: zodra de buffel geslacht was, werd hij in delen op handkarretjes geladen die dan door een hardrennende man werden weggebracht. Die man liep dan zo hard dat de vliegen die op de lekkernij afkwamen, hem niet konden bijhouden: dan heb je ook geen koelwagen nodig!”

“Het is verbazingwekkend te constateren hoeveel ontzag de Afrikanen hebben voor vier gouden strepen van 1,95 bij de HEMA: op aanraden van een van de paters had ik mijn strepen opgedaan, en ziet: De politieagenten sprongen in de houding, prevelden: “Oui, mon General, bonsoir mon Commandante”, en hup, we konden weer verder.”

“Ik ben naar de startbaan gereden om eens te aanschouwen hoe dat eruit ziet. Ik was al gewaarschuwd om af en toe de baan eens te inspecteren, want Afrika leeft! En zo ook de baan! Daar bedoel ik de termietenheuvels mee. De termieten kunnen bouwwerken maken van wel twee meter hoog, en die wil je niet op de startbaan. Ook een kleintje van 30 cm hoog niet, want een neuswiel raak je daar zo aan kwijt. Tijdig verwijderen dus, of laten verwijderen.”

“Wil je morgen vliegen, dan moet je vandaag de gendarmerie inlichten, zodat zij morgen de landingsbaan kunnen vrijmaken; men is zo bang dat rebellen op de landingsbaan zullen landen dat die telkens weer wordt afgesloten met autowrakken en boomstammen. Ik denk dat kleine toestellen er nog steeds goed kunnen landen, maar zonder die wrakken gaat het natuurlijk wel beter. Vervolgens moet het vliegtuig worden getankt, dus op naar het vliegtuig, sloten van de tanks af, meten hoeveel brandstof er nog in zit, d.w.z. hoeveel benzine is er gepikt, eventueel weer ernstig met de bewakers praten en naar de main apron taxiën.”

John de Bruijn

This page is powered by Blogger. Isn't yours?