Tuesday, December 06, 2005

 

Mobaye, the sequel

Het begint al bijna sleur te worden. Ik had besloten er niet over te schrijven en ik was ook voor de eerste keer mijn camera vergeten.
Het begon ermee, dat het de hele nacht regende en onweerde. Wat nou, droog seizoen. Het lijkt Nederland wel. In de winter, dan ga je schaatsenrijden en sleen. Ja, in je dromen.
Welnu, ik moest nog van alles regelen om mijn verblijfsvergunning aan te kunnen vragen, maar uiteindelijk waren we toch nog om kwart over negen weg. Het was precies zo als de vorige keer gegaan, inclusief telefoontje in de avond : ‘kan ik alsjeblieft ook nog mee?’. Het resulteerde weer in zo’n studentikoze aanblik. Echt heel knus ziet dat eruit : iedereen moet in de riemen geholpen worden, omdat niemand zich meer bewegen kan. Daarna iedereen de adem in houden en dan voorzichtig de deuren sluiten. Niezen en hoesten is daarna streng verboden.
Toen we al dicht bij Mobaye waren keek ik verrast om, want ik hoorde een onaangepast geluid. Het was zuster Alfreda, die een heel benauwd gezicht had. Ik dacht natuurlijk meteen aan spugen en ik begon al een zak te regelen, maar zuster Alfreda schudde moeilijk van ‘nee’. ‘Oooooooh, zo moest ZÓ nodig’. Na die operatie was haar bereik aanzienlijk geslonken.
Ik beurde haar op met te roepen, dat het nog maar twee minuten was en als een eitje stonden we even later aan het dek. Ik vond het discreter om maar meteen te stoppen, omdat bij de parkeerplaats iedereen natuurlijk een geweldig uitzicht zou hebben. Een complicatie was echter Karl Heinz.
Karl Heinz was een ontwikkelingswerker, die dertig jaar geleden in Kembe gedurende twee jaar met zijn vrouw van alles had ontwikkelt. Nu was hij op een sentimental journey. Aldus dromend had hij de crux van de noodsituatie gemist. En hij zat achterin en dus in de weg. Terwijl zuster Alfreda verwoede pogingen deed om er – ondanks Karl Heinz toch uit te komen – riep ik naar Karl Heinz dat hij er ook uit moest. Hij was natuurlijk nogal overrompeld door het feit dat we gewoon plompverloren op de baan waren gestopt en toen hij er eindelijk uit was, was zuster Alfreda ook al naar buiten gestruikeld. Dat laatste aspect deed de charmante man geloven dat zuster Alfreda steun behoefde en hij bood haar dus de helpende arm, waarna ze beiden naar de kant struikelden.
Karl Heinz had geen idee en zuster Alfreda was op dat moment niet mans genoeg om te zeggen, dat ze het nu verder wel alleen kon. Ik brulde dus dat Karl Heinz terug moest komen en terwijl zuster Alfreda in diepe opluchting haar water over Gods akker liet lopen, taxieden wij langzaam naar de parkeerplaats, terwijl ik Karl Heinz uitlegde hoe het zat. De volgende etappe ging naar Kembe. Net leuk een half uurtje. Na afloop zuchtte Karl Heinz, dat hij het zich zelfs niet zo mooi herinnerde. ‘Alsof je door een raampje in het paradijs kijkt’, zei hij ervan. Hij had ook niet een fototoestel bij zich. Hij zat het allemaal gewoon puur op te zuigen. En dat was wel grappig. Om je te realiseren hoe snel je ook aan schoonheid en andere ongewone dingen went. Iemand anders moet je dan even schudden om je te doen realiseren dat het allemaal wel heel bijzonder is, hier.
Morgen ga ik met een aantal mensen een week lang naar het uiterste noorden : Birao. Daar zit je al zowat in de woestijn. Het veld bestaat niet meer uit harde klei, maar uit zand, volgens de documentatie. Ik ben benieuwd .....

Comments: Post a Comment



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?