Wednesday, May 31, 2006

 

Familiarisatie op de Cessna 206

Mario is de nieuwe CAR vlieger. Mijn opvolger dus. Hij is Oostenrijker en heeft met National Geographic heel Afrika al eens doorkruist. Daarbij is hij ook tegen één van mijn voorgangers opgelopen en zo is het contact ontstaan.
Donderdag 25 mei zou ik Mario laten zien hoe een Cessna 206 vliegt, want daarop had hij nog niet eerder gevlogen. Vrijdag 26 mei zou Mario dan naar de Centraal Afrikaanse Republiek vliegen om daar het geleerde in de praktijk te brengen.
Er was een omvangrijk plan bedacht om dit idee in de praktijk te brengen. Albertine – de CAR coördinator – zou mij eerst in Haarlem ophalen. Daarna zouden we samen Mario in Amsterdam ophalen. We zouden dan naar Lelystad rijden om daar een Cessna 172 te pakken naar Oostwold in het verre Oost-Groningen. Daar zou dan een Cessna 206 staan. Normaal bedoeld om parachutisten te droppen en nu even voorzien van een extra stoel en knuppel. Voor het grote gat - waar gewoonlijk de para's uitstappen - hing een doekje gespannen. Bas zouden we onderweg treffen. Bas is een Brabander, die na Mario het stokje zal overnemen.In Oostwold zouden we dan ook nog Niels ontmoeten. Een Friese Brabander, die binnenkort in Kenia zal gaan vliegen.
We wonen natuurlijk nog altijd wel in Nederland en dus ging het feest niet door zoals gepland. Het weer gooide roet in het eten. We besloten het er dan in elk geval per auto op te wagen en zo hebben we vier uur op de Nederlandse autosnelweg vertoefd. Waarin een klein land groot kan zijn …. Het was file wat de klok sloeg. Maar het was erg gezellig en Bas troffen we bij Zwolle, vlak na de brug over de IJssel. Oostwold was grijs met lage stratus. Het zag er eigenlijk niet zo best uit. De beheerder van het vliegveld vroeg ons of we – als we gingen vliegen – even een sleepje mee konden nemen naar Ameland. Dat zagen we al helemaal niet zitten, maar even later hingen we toch met de moed der wanhoop in de lucht en bleek op Ameland gewoon de hele dag de zon al te schijnen.Mario is een Oostenrijker en dus legde ik hem uit dat we naar een eiland in de waddenzee gingen. “Soms is de zee er, maar soms ook niet” , zei ik en dat resulteerde in grote denkrimpels bij Mario. De zee was er niet en dat was dus heel instructief.Toen ik de vorige keer door Marc Ket werd uitgechecked op de Cessna 206, zijn we ook op Ameland geëindigd, dus misschien kunnen we daar een traditie van maken.Een ander fenomeen was de GPS, die pas satellieten begon te zien toen we Groningen verlieten. Ik zei voor de grap dat Groningen zo’n verlaten gebied is dat het niet nodig is voor adequate satelliet coverage te zorgen. Maar het verbaasde me toch dat bij terugkeer de satelliet ontvangst wegviel toen we de grens overgingen. Frappant.
Na een paar steile bochten en wat slow flight zijn we landingen gaan oefenen. Er stond een derde stoel in deze – in het normale doen parakist. Zo konden we ook de anderen om de beurt meenemen.En zo werd het nog een geslaagde dag.Mario zit inmiddels in een zeer regenachtige CAR, waar een volgend benzine toevoer probleem zich heeft aangekondigd.

Comments: Post a Comment



<< Home

This page is powered by Blogger. Isn't yours?