Thursday, August 13, 2009
Update van Piet Meeuws
Mobaye, 7 augustus 2009.
Beste Familie en Vrienden,
Het is intussen al weer ruim een maand geleden, op 5 juli om precies te zijn, dat ik Nederland verlaten heb om na een kort verblijf in Gemert terug te keren naar Mobaye en dus is het weer tijd voor een update. Er is weer zo het een en het ander gebeurd, dat het vermelden waard is.
Ik hoop dat het met u allen intussen nog goed gaat en dat u kunt genieten ( of reeds genoten hebt) van een ontspannende vakantie. Hier ligt het tempo nu ook wat lager dan gewoonlijk. Mijn Oostenrijkse collega Helmut Buchegger is voor een paar weken vakantie naar Oostenrijk. Brice Guiakouzou, onze Afrikaanse priester, is ook voor een maand naar zijn familie toe, zodat ik de komende weken de zorg voor de missie deel met mijn collega pater Gabriel Ezewudo, die mij in oktober op moet volgen en die momenteel nog druk bezig is met pogingen om de inlandse taal onder de knie te krijgen. Onze twee Italiaanse zusters Alfreda en Monica zijn ook nog trouw op hun post ook al beginnen voor hen de jaren ook te tellen.
De grootste druktes eigen aan deze tijd van het jaar, zoals doopvoorbereiding en eerste communie van de schooljeugd, zijn nu voorbij. Op 2 augustus heb ik 16 kinderen van de lagere school kunnen dopen en er waren 25 eerste communies. Dat is weliswaar geen aantal om over naar huis te schrijven, maar naar het zich laat aanzien zal dit aantal het volgend jaar minstens verdubbelen.
Wat is er in de achter ons liggende periode verder zo al gebeurd ?
Bij aankomst in Bangui trof ik er mijn collega pater Theo ten Brink aan die behoorlijk ziek was. Hij is intussen onder begeleiding van een arts naar Nederland gereisd en volgens de laatste berichten heeft de zuivere lucht van de Gelderse Achterhoek hem er al weer een heel eind bovenop geholpen.
Er wachtte me nog meer slecht nieuws in Bangui. Ik hoorde daar nl. dat de Kongolese autoriteiten bij ons in Mobaye het licht uitgedraaid hadden. Wij gingen er in Mobaye prat op dat wij 24 uur per dag stroom hadden, dank zij de stuwdam die Mobutu hier indertijd in de rivier heeft laten bouwen. Daar kon zelfs Bangui niet tegen op. Jammer genoeg bevindt de schakelaar van de stroomvoorziening zich aan de Kongolese kant. Het schijnt dat de RCA in gebreke is gebleven en de rekeningen, waartoe het zich contractueel verplicht had, niet op tijd voldaan heeft. Na een paar vergeefse aanmaningen hebben de Kongolezen ruim een maand geleden de schakelaar omgedraaid, zodat onze kant van de rivier in het duister gehuld is, terwijl de Kongolese kant baadt in overvloedig licht. Volgens welingelichte bronnen zou het gaan om een bedrag van ongeveer 100 000 euro en onze regering schijnt er moeite mee te hebben dit bedrag op tafel te leggen. Intussen zijn wij aardig gedupeerd ook al hebben wij op de missie een eigen aggregaat dat ons in de avonduren stroom levert. Het confort van permanente stroom voor b.v. een koelkast, elektrische handwerkmachientjes (zagen, boren, betonmolen …), internet, enz. moeten wij nu helaas missen.
Goed nieuws is dat de benzinepomp in Mobaye intussen weer geopend is, zodat wij niet meer verplicht zijn naar Alindao (xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" / 120 km) of Bambari (240 km) te rijden om brandstof te halen. Hopelijk laat de exploitant van de pomp zich niet ontmoedigen door de ongemakken van de slechte weg in deze tijd van het jaar. Op dit ogenblik ligt een tankwagen die ons moet bevoorraden op 45 km van hier (Polonda) langs de weg. Hopelijk krijgen ze hem zonder al te veel brokstukken weer snel op het rechte pad, anders kan het zo ineens maar weer afgelopen zijn met de brandstofvoorzienig.
In vorige afleveringen heb ik u al eens gesproken over het verschijnsel hekserij, dat hier aan de orde van de dag is, en over het trieste lot van mensen die van hekserij beschuldigd worden. In dat verband heb ik toen ook de naam van Angèle Ndarata genoemd, een minderjarig meisje dat beschuldigd van hekserij in de gevangenis terecht gekomen is en daar meerdere malen gefolterd is. Welnu, juist voor mijn terugkomst was het weer raak.
De vrouw van een van de bewakers was ziek en dit meisje met nog een paar medegevangenen werden als de schuldigen beschouwd. Men heeft hen toen aan handen en voeten gebonden en met vuur behandeld. Angèle was er blijkbaar het ergste aan toe: beide armen van boven tot onder bedekt met brandwonden. Helmut en de zusters hebben bijna geweld moeten gebruiken om tot haar toegelaten te worden om haar medische hulp te bieden.
Toen Helmut op 8 juli in Bangui aankwam om mij met het vliegtuigje op te halen, had hij foto’s van het meisje bij zich. Wij waren het er beiden over eens dat de maat nu meer dan vol was. Dit was onverdraaglijk. Alle pogingen van onze kant om een einde te maken aan de folteringen in de gevangenis van Mobaye waren blijkbaar vruchteloos geweest. Wij hebben toen besloten in Bangui een advocaat te zoeken. Wij kwamen uit bij Meester Mathias Morouba, die in de hoofdstad actief is in de Nationale Commissie voor Gerechtigheid en Vrede. Na de foto van Angèle gezien te hebben toonde hij zich meteen bereid zijn schouders onder deze zaak te zetten. Wij zouden op donderdag 9 juli gezamenlijk met de Cessna van de missieluchtvaart naar Mobaye vliegen. Helmut moest eerst nog even bij de dienst van Burgerluchtvaart langs om een papiertje op te halen, een soort APK-keuring van zijn vliegtuig. In feite is er momenteel niemand in de RCA die competent is om zo’n keuring uit te voeren, maar je betaalt ongeveer 300 euro en je krijgt de handtekening en de stempel van de grote baas zodat je voor de verzekering weer gedekt bent. Een formaliteit dus…, als die goeie man tenminste maar even de moeite nam om naar zijn kantoor te komen. Helaas, donderdag was het wachten tevergeefs, vrijdag was hij blijkbaar ook nog te moe en ‘s zaterdags wordt er niet gewerkt. Helmut en ik moesten echter koste wat kost op zondag terug zijn in Mobaye. Er zat dus niets anders op dan het vliegtuig in Bangui achter te laten en zaterdagmorgen in alle vroegte met de vermoeide auto van de advocaat naar Mobaye (600 km) te vertrekken. Na een rit van meer dan 12 uur kwamen wij ongedeerd in Mobaye aan waar de avond al gevallen was.
De zondag die volgde was niet zoals de andere zondagen. De aanwezigheid van Meester Morouba veroorzaakte meteen paniek en grote onrust onder het bewakingspersoneel van de gevangenis en in de rangen van de gendarmerie. ’s Morgens tijdens de H. Mis had ik de man aan de mensen voorgesteld en gezegd dat hij hier was in verband met de folterpraktijken in de gevangenis. Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje door de stad en iedereen wachtte met een zekere spanning af wat er ging gebeuren, want dat er iets stond te gebeuren was wel duidelijk.
De heer Morouba ging voortvarend aan de slag. Het eerste bezoek was het ziekenhuisje om Angèle te ontmoeten en haar verhaal te horen. Vervolgens legde hij om zijn aanwezigheid kenbaar te maken zogenaamde beleefdheidsbezoeken af aan de autoriteiten van de stad en nam contact op met personen die nuttig konden zijn voor zijn onderzoek. Het resultaat was dat er vòòr 12 uur een officiële klacht tegen de gevangenisbewaarders en hun handlangers op het bureau van de commandant van de gendarmerie lag.
Als bij toeval arriveerde die dag ook de procureur van de rechtbank van Bambari in Mobaye, die de zaak ook hoog op scheen te nemen. Hij liet meteen de andere mensen, die tegelijk met Angèle gefolterd waren, vrij en verbood de chef van de gevangenis, die onraad rook en onmiddellijk de wijk naar Bangui wilde nemen, de stad te verlaten in afwachting van het proces.
De moeder van Angèle durfde geen klacht in te dienen, maar Angèle zelf vroeg de advocaat dit in haar naam te doen, wat dus ook gebeurde. Meester Morouba zal tijdens het proces de verdediging van Angèle op zich nemen en het is te verwachten dat er meerdere personen, die rond de schandalen in de gevangenis een kwalijke rol hebben gespeeld, nu de rekening gepresenteerd gaan krijgen.
Het korte bezoek van de advocaat heeft door zijn kordaat optreden indruk gemaakt op alle lagen van de bevolking van Mobaye, maar nog het meest op de “autoriteiten†die zich onaantastbaar waanden. Zondagavond werd de advocaat hier in Mobaye opgebeld door RFI, de Franse Wereldomroep, voor een interview, dat maandagmorgen over de radio werd uitgezonden. Een bijna banale gebeurtenis hier in Mobaye werd door de aanwezigheid van één persoon ineens wereldnieuws. De regering in Bangui werd wakker geschud en beloofde een militaire enquêtecommissie te sturen.
Het tijdperk van willekeur schijnt althans voorlopig even geluwd. Het is wel wrang te moeten constateren, dat deze man in een dag voor elkaar kreeg, wat wij als commissie voor gerechtigheid en vrede, ondanks onze herhaalde interventies bij de betreffende instanties, de laatste jaren niet klaar kregen. Toch heeft onze commissie voor gerechtigheid en vrede door een advocaat in de arm te nemen aan geloofwaardigheid en gezag (ontzag) gewonnen.
Maandagmorgen vertrok de advocaat weer naar Bangui en Helmut moest weer mee om zijn vliegtuig op te gaan halen: 1200 km over een slechte weg omdat één persoon zich permitteert om gedurende meerdere dagen niet op zijn kantoor te verschijnen.
Omdat het fenomeen van hekserij iets is wat bij de mensen tussen de oren zit en dus niet enkel door een rechtszaak uit te bannen is, hebben wij meteen een afspraak gemaakt met de advocaat om een weekend te organiseren met als centrale thema’s “Mensenrechten†en “Hekserijâ€. Dit om de mensen enerzijds meer bekend te maken met de bestaande wetgeving betreffende hun rechten en plichten en anderzijds inzicht te verschaffen in hun traditionele denkwereld, waarin het geloof in hekserij zo’n belangrijke rol speelt.
Dit weekend vond plaats op 24 en 25 juli. Vanuit Bangui waren enkele experts gekomen: twee advocaten (Mathias Morouba en Timoléon Kokongo), één antropoloog (Joseph Baliguini) en de secretaris van de nationale commissie voor gerechtigheid en vrede (Michel Pembi). Wij hadden voor deze bijeenkomst vertegenwoordigers uit alle lagen van de bevolking uitgenodigd: bestuurders, gendarmerie, politie, dorpschefs, kerkgenootschappen, enz. De opkomst was heel goed. Omdat de Préfet niet aanwezig kon zijn werd de officiële opening verricht door de Sous-Préfet. Op beide dagen waren er ongeveer twee honderd mensen aanwezig, die met grote belangstelling de voordrachten beluisterden en heel betrokken deelnamen aan de discussies. Na afloop vroegen velen ons om ieder jaar zo’n conferentie te organiseren. In feite zou dat heel nuttig zijn, maar de meeste mensen geven er zich geen rekenschap van dat daar een prijskaartje aan hangt. Alles bij elkaar heeft het ons een aardig bedrag gekost, maar wij hebben er geen spijt van. Er gebeurden hier dingen die absoluut niet door de beugel konden en waarvoor wij onze ogen niet konden sluiten zonder te verzaken aan onze missionaire opdracht.
Het klimaat is intussen wel wat rustiger geworden en het wachten is nu op het proces om te weten wat daar uit komt.
Intussen gaat het werk op de missie gewoon door. Wij zijn nog steeds aan het bouwen. Het nieuwe gedeelte is praktisch klaar en de renovatie van het oude woonhuis schiet al aardig op. Het geheel heeft een heel nieuw aanzicht gekregen en Helmut mag straks trots zijn op zijn bouwwerk.
De scholen zijn nog dicht vanwege vakantie. Wel hebben de zusters voor de meisjes een “vakantieschool†georganiseerd. Dit biedt de meisjes de gelegenheid om wat bijgespijkerd te worden in de diverse vakken.
Zodra de officiële openingsdatum naderbij komt, zullen wij ook ons schoolproject voor de weeskinderen weer oppakken.
Ook zijn wij met de groep voor gerechtigheid en vrede een nieuwe campagne aan het uitwerken ter voorkoming en bestrijding van aids, een ziekte die hier regelmatig haar slachtoffers opeist.
Op 8 september verwachten wij een jonge Duitse lekenmissionaris, Jürgen Boll, die zich vooral bezig zal gaan houden met de jeugd. Voor hem ligt er nog een heel terrein braak omdat wij de laatste jaren eigenlijk maar weinig greep hebben op de leerlingen van het staatslyceum hier in de stad. Dat is vroeger wel eens anders geweest en daarom willen wij daar opnieuw wat meer aandacht aan besteden.
Zoals reeds gezegd, bereid ik zelf mijn vertrek voor. In de eerste helft van oktober wordt ik terugverwacht in Nederland. Pater Gabriël Ezewudo, een spiritijn uit Nigeria, zal dan mijn taak hier overnemen. Hoewel hij nog een beetje moeite heeft met de taal, heb ik er alle vertrouwen in dat de toekomst van de missie bij hem in goede handen is.
Dus toch nog een paar positieve noten om deze brief mee te beëindigen !
Heel veel groeten aan u allen, met dank voor uw steun die ons in staat stelt ons steentje bij te dragen aan het welzijn van de mensen hier. Het ga u allen goed.
Piet Meeuws.
P.S. Wat Angèle betreft: zij is nog steeds in het ziekenhuis. De zusters zorgen er voor dat zij de noodzakelijke medische verzorging krijgt en langzaam maar zeker beginnen de wonden te genezen.
Beste Familie en Vrienden,
Het is intussen al weer ruim een maand geleden, op 5 juli om precies te zijn, dat ik Nederland verlaten heb om na een kort verblijf in Gemert terug te keren naar Mobaye en dus is het weer tijd voor een update. Er is weer zo het een en het ander gebeurd, dat het vermelden waard is.
Ik hoop dat het met u allen intussen nog goed gaat en dat u kunt genieten ( of reeds genoten hebt) van een ontspannende vakantie. Hier ligt het tempo nu ook wat lager dan gewoonlijk. Mijn Oostenrijkse collega Helmut Buchegger is voor een paar weken vakantie naar Oostenrijk. Brice Guiakouzou, onze Afrikaanse priester, is ook voor een maand naar zijn familie toe, zodat ik de komende weken de zorg voor de missie deel met mijn collega pater Gabriel Ezewudo, die mij in oktober op moet volgen en die momenteel nog druk bezig is met pogingen om de inlandse taal onder de knie te krijgen. Onze twee Italiaanse zusters Alfreda en Monica zijn ook nog trouw op hun post ook al beginnen voor hen de jaren ook te tellen.
De grootste druktes eigen aan deze tijd van het jaar, zoals doopvoorbereiding en eerste communie van de schooljeugd, zijn nu voorbij. Op 2 augustus heb ik 16 kinderen van de lagere school kunnen dopen en er waren 25 eerste communies. Dat is weliswaar geen aantal om over naar huis te schrijven, maar naar het zich laat aanzien zal dit aantal het volgend jaar minstens verdubbelen.
Wat is er in de achter ons liggende periode verder zo al gebeurd ?
Bij aankomst in Bangui trof ik er mijn collega pater Theo ten Brink aan die behoorlijk ziek was. Hij is intussen onder begeleiding van een arts naar Nederland gereisd en volgens de laatste berichten heeft de zuivere lucht van de Gelderse Achterhoek hem er al weer een heel eind bovenop geholpen.
Er wachtte me nog meer slecht nieuws in Bangui. Ik hoorde daar nl. dat de Kongolese autoriteiten bij ons in Mobaye het licht uitgedraaid hadden. Wij gingen er in Mobaye prat op dat wij 24 uur per dag stroom hadden, dank zij de stuwdam die Mobutu hier indertijd in de rivier heeft laten bouwen. Daar kon zelfs Bangui niet tegen op. Jammer genoeg bevindt de schakelaar van de stroomvoorziening zich aan de Kongolese kant. Het schijnt dat de RCA in gebreke is gebleven en de rekeningen, waartoe het zich contractueel verplicht had, niet op tijd voldaan heeft. Na een paar vergeefse aanmaningen hebben de Kongolezen ruim een maand geleden de schakelaar omgedraaid, zodat onze kant van de rivier in het duister gehuld is, terwijl de Kongolese kant baadt in overvloedig licht. Volgens welingelichte bronnen zou het gaan om een bedrag van ongeveer 100 000 euro en onze regering schijnt er moeite mee te hebben dit bedrag op tafel te leggen. Intussen zijn wij aardig gedupeerd ook al hebben wij op de missie een eigen aggregaat dat ons in de avonduren stroom levert. Het confort van permanente stroom voor b.v. een koelkast, elektrische handwerkmachientjes (zagen, boren, betonmolen …), internet, enz. moeten wij nu helaas missen.
Goed nieuws is dat de benzinepomp in Mobaye intussen weer geopend is, zodat wij niet meer verplicht zijn naar Alindao (xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" / 120 km) of Bambari (240 km) te rijden om brandstof te halen. Hopelijk laat de exploitant van de pomp zich niet ontmoedigen door de ongemakken van de slechte weg in deze tijd van het jaar. Op dit ogenblik ligt een tankwagen die ons moet bevoorraden op 45 km van hier (Polonda) langs de weg. Hopelijk krijgen ze hem zonder al te veel brokstukken weer snel op het rechte pad, anders kan het zo ineens maar weer afgelopen zijn met de brandstofvoorzienig.
In vorige afleveringen heb ik u al eens gesproken over het verschijnsel hekserij, dat hier aan de orde van de dag is, en over het trieste lot van mensen die van hekserij beschuldigd worden. In dat verband heb ik toen ook de naam van Angèle Ndarata genoemd, een minderjarig meisje dat beschuldigd van hekserij in de gevangenis terecht gekomen is en daar meerdere malen gefolterd is. Welnu, juist voor mijn terugkomst was het weer raak.
De vrouw van een van de bewakers was ziek en dit meisje met nog een paar medegevangenen werden als de schuldigen beschouwd. Men heeft hen toen aan handen en voeten gebonden en met vuur behandeld. Angèle was er blijkbaar het ergste aan toe: beide armen van boven tot onder bedekt met brandwonden. Helmut en de zusters hebben bijna geweld moeten gebruiken om tot haar toegelaten te worden om haar medische hulp te bieden.
Toen Helmut op 8 juli in Bangui aankwam om mij met het vliegtuigje op te halen, had hij foto’s van het meisje bij zich. Wij waren het er beiden over eens dat de maat nu meer dan vol was. Dit was onverdraaglijk. Alle pogingen van onze kant om een einde te maken aan de folteringen in de gevangenis van Mobaye waren blijkbaar vruchteloos geweest. Wij hebben toen besloten in Bangui een advocaat te zoeken. Wij kwamen uit bij Meester Mathias Morouba, die in de hoofdstad actief is in de Nationale Commissie voor Gerechtigheid en Vrede. Na de foto van Angèle gezien te hebben toonde hij zich meteen bereid zijn schouders onder deze zaak te zetten. Wij zouden op donderdag 9 juli gezamenlijk met de Cessna van de missieluchtvaart naar Mobaye vliegen. Helmut moest eerst nog even bij de dienst van Burgerluchtvaart langs om een papiertje op te halen, een soort APK-keuring van zijn vliegtuig. In feite is er momenteel niemand in de RCA die competent is om zo’n keuring uit te voeren, maar je betaalt ongeveer 300 euro en je krijgt de handtekening en de stempel van de grote baas zodat je voor de verzekering weer gedekt bent. Een formaliteit dus…, als die goeie man tenminste maar even de moeite nam om naar zijn kantoor te komen. Helaas, donderdag was het wachten tevergeefs, vrijdag was hij blijkbaar ook nog te moe en ‘s zaterdags wordt er niet gewerkt. Helmut en ik moesten echter koste wat kost op zondag terug zijn in Mobaye. Er zat dus niets anders op dan het vliegtuig in Bangui achter te laten en zaterdagmorgen in alle vroegte met de vermoeide auto van de advocaat naar Mobaye (600 km) te vertrekken. Na een rit van meer dan 12 uur kwamen wij ongedeerd in Mobaye aan waar de avond al gevallen was.
De zondag die volgde was niet zoals de andere zondagen. De aanwezigheid van Meester Morouba veroorzaakte meteen paniek en grote onrust onder het bewakingspersoneel van de gevangenis en in de rangen van de gendarmerie. ’s Morgens tijdens de H. Mis had ik de man aan de mensen voorgesteld en gezegd dat hij hier was in verband met de folterpraktijken in de gevangenis. Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje door de stad en iedereen wachtte met een zekere spanning af wat er ging gebeuren, want dat er iets stond te gebeuren was wel duidelijk.
De heer Morouba ging voortvarend aan de slag. Het eerste bezoek was het ziekenhuisje om Angèle te ontmoeten en haar verhaal te horen. Vervolgens legde hij om zijn aanwezigheid kenbaar te maken zogenaamde beleefdheidsbezoeken af aan de autoriteiten van de stad en nam contact op met personen die nuttig konden zijn voor zijn onderzoek. Het resultaat was dat er vòòr 12 uur een officiële klacht tegen de gevangenisbewaarders en hun handlangers op het bureau van de commandant van de gendarmerie lag.
Als bij toeval arriveerde die dag ook de procureur van de rechtbank van Bambari in Mobaye, die de zaak ook hoog op scheen te nemen. Hij liet meteen de andere mensen, die tegelijk met Angèle gefolterd waren, vrij en verbood de chef van de gevangenis, die onraad rook en onmiddellijk de wijk naar Bangui wilde nemen, de stad te verlaten in afwachting van het proces.
De moeder van Angèle durfde geen klacht in te dienen, maar Angèle zelf vroeg de advocaat dit in haar naam te doen, wat dus ook gebeurde. Meester Morouba zal tijdens het proces de verdediging van Angèle op zich nemen en het is te verwachten dat er meerdere personen, die rond de schandalen in de gevangenis een kwalijke rol hebben gespeeld, nu de rekening gepresenteerd gaan krijgen.
Het korte bezoek van de advocaat heeft door zijn kordaat optreden indruk gemaakt op alle lagen van de bevolking van Mobaye, maar nog het meest op de “autoriteiten†die zich onaantastbaar waanden. Zondagavond werd de advocaat hier in Mobaye opgebeld door RFI, de Franse Wereldomroep, voor een interview, dat maandagmorgen over de radio werd uitgezonden. Een bijna banale gebeurtenis hier in Mobaye werd door de aanwezigheid van één persoon ineens wereldnieuws. De regering in Bangui werd wakker geschud en beloofde een militaire enquêtecommissie te sturen.
Het tijdperk van willekeur schijnt althans voorlopig even geluwd. Het is wel wrang te moeten constateren, dat deze man in een dag voor elkaar kreeg, wat wij als commissie voor gerechtigheid en vrede, ondanks onze herhaalde interventies bij de betreffende instanties, de laatste jaren niet klaar kregen. Toch heeft onze commissie voor gerechtigheid en vrede door een advocaat in de arm te nemen aan geloofwaardigheid en gezag (ontzag) gewonnen.
Maandagmorgen vertrok de advocaat weer naar Bangui en Helmut moest weer mee om zijn vliegtuig op te gaan halen: 1200 km over een slechte weg omdat één persoon zich permitteert om gedurende meerdere dagen niet op zijn kantoor te verschijnen.
Omdat het fenomeen van hekserij iets is wat bij de mensen tussen de oren zit en dus niet enkel door een rechtszaak uit te bannen is, hebben wij meteen een afspraak gemaakt met de advocaat om een weekend te organiseren met als centrale thema’s “Mensenrechten†en “Hekserijâ€. Dit om de mensen enerzijds meer bekend te maken met de bestaande wetgeving betreffende hun rechten en plichten en anderzijds inzicht te verschaffen in hun traditionele denkwereld, waarin het geloof in hekserij zo’n belangrijke rol speelt.
Dit weekend vond plaats op 24 en 25 juli. Vanuit Bangui waren enkele experts gekomen: twee advocaten (Mathias Morouba en Timoléon Kokongo), één antropoloog (Joseph Baliguini) en de secretaris van de nationale commissie voor gerechtigheid en vrede (Michel Pembi). Wij hadden voor deze bijeenkomst vertegenwoordigers uit alle lagen van de bevolking uitgenodigd: bestuurders, gendarmerie, politie, dorpschefs, kerkgenootschappen, enz. De opkomst was heel goed. Omdat de Préfet niet aanwezig kon zijn werd de officiële opening verricht door de Sous-Préfet. Op beide dagen waren er ongeveer twee honderd mensen aanwezig, die met grote belangstelling de voordrachten beluisterden en heel betrokken deelnamen aan de discussies. Na afloop vroegen velen ons om ieder jaar zo’n conferentie te organiseren. In feite zou dat heel nuttig zijn, maar de meeste mensen geven er zich geen rekenschap van dat daar een prijskaartje aan hangt. Alles bij elkaar heeft het ons een aardig bedrag gekost, maar wij hebben er geen spijt van. Er gebeurden hier dingen die absoluut niet door de beugel konden en waarvoor wij onze ogen niet konden sluiten zonder te verzaken aan onze missionaire opdracht.
Het klimaat is intussen wel wat rustiger geworden en het wachten is nu op het proces om te weten wat daar uit komt.
Intussen gaat het werk op de missie gewoon door. Wij zijn nog steeds aan het bouwen. Het nieuwe gedeelte is praktisch klaar en de renovatie van het oude woonhuis schiet al aardig op. Het geheel heeft een heel nieuw aanzicht gekregen en Helmut mag straks trots zijn op zijn bouwwerk.
De scholen zijn nog dicht vanwege vakantie. Wel hebben de zusters voor de meisjes een “vakantieschool†georganiseerd. Dit biedt de meisjes de gelegenheid om wat bijgespijkerd te worden in de diverse vakken.
Zodra de officiële openingsdatum naderbij komt, zullen wij ook ons schoolproject voor de weeskinderen weer oppakken.
Ook zijn wij met de groep voor gerechtigheid en vrede een nieuwe campagne aan het uitwerken ter voorkoming en bestrijding van aids, een ziekte die hier regelmatig haar slachtoffers opeist.
Op 8 september verwachten wij een jonge Duitse lekenmissionaris, Jürgen Boll, die zich vooral bezig zal gaan houden met de jeugd. Voor hem ligt er nog een heel terrein braak omdat wij de laatste jaren eigenlijk maar weinig greep hebben op de leerlingen van het staatslyceum hier in de stad. Dat is vroeger wel eens anders geweest en daarom willen wij daar opnieuw wat meer aandacht aan besteden.
Zoals reeds gezegd, bereid ik zelf mijn vertrek voor. In de eerste helft van oktober wordt ik terugverwacht in Nederland. Pater Gabriël Ezewudo, een spiritijn uit Nigeria, zal dan mijn taak hier overnemen. Hoewel hij nog een beetje moeite heeft met de taal, heb ik er alle vertrouwen in dat de toekomst van de missie bij hem in goede handen is.
Dus toch nog een paar positieve noten om deze brief mee te beëindigen !
Heel veel groeten aan u allen, met dank voor uw steun die ons in staat stelt ons steentje bij te dragen aan het welzijn van de mensen hier. Het ga u allen goed.
Piet Meeuws.
P.S. Wat Angèle betreft: zij is nog steeds in het ziekenhuis. De zusters zorgen er voor dat zij de noodzakelijke medische verzorging krijgt en langzaam maar zeker beginnen de wonden te genezen.